Ondernemen en Ondernemerschap - NCOI - Cijfer 7

Stap 1: Wat levert u in?
U levert een rapport in waarin u een businessidee uitwerkt tot een product dat inspeelt op de wensen van de klant. Dat product, dat ook een dienst of project kan zijn, heeft unieke voordelen ten opzichte van de concurrent, is praktisch uitvoerbaar en levensvatbaar.
Deze moduleopdracht kunt u maken op basis van een eigen (op te starten) bedrijf, op basis van de organisatie waar u werkzaam bent of aan de hand van een organisatie in uw (directe) omgeving.
Als u uitgaat van een eigen (op te starten) onderneming, dan schrijft u het rapport voor een mentor die u helpt bij het vormgeven en realiseren van uw ideeën. Dat kan een ondernemer, investeerder of expert zijn;
Als u uitgaat van de organisatie waar u werkzaam bent, dan schrijft u het rapport voor uw leidinggevende;
Als u uitgaat van een organisatie in uw omgeving, dan schrijft u het rapport voor een directielid van dat bedrijf.

Stap 2: Waar moet de opdracht aan voldoen?
In uw moduleopdracht werkt u de volgende 7 stappen/deelopdrachten uit die zijn afgeleid van de algemene leerdoelen, in de volgorde waarin ze worden genoemd:
Baken uw klantengroep af, beschrijf de doelgroep in uw rapport.
Maak een Persona van uw potentiële klant en voeg deze als bijlage aan uw rapport toe.
Genereer ideeën voor een product, dienst of project:
Gebruik een methode die in de lessen is besproken, zoals een brainstorm met collega's, klanten of het opstellen van een mindmap. Beschrijf uw aanpak in het rapport.
Cluster deze ideeën en sorteer ze op kans op succes, houd daarbij de oplossingscriteria in de gaten: waaraan moet de oplossing minimaal voldoen? Neem dit op in uw rapport.
Werk op basis van het beste idee een prototype van uw product of dienst uit in de vorm van een beschrijving of een visuele weergave.
Werk een Business Model Canvas uit, zie downloads. Beschrijf in ieder geval de volgende 8 bouwstenen: Why, strategie, kernpartners, kernactiviteiten, waardepropositie, klantrelaties, kanalen en klantsegment.
Werk een compacte validatietabel uit, zie download.
Vul een Testkaart in voor een aanname uit uw Business Model Canvas. Gebruik de teksten zoals op de kaart is weergegeven en vul deze aan: 'Wij geloven dat.....', 'Omdat te bewijzen, zullen wij......', etcetera.
Werk de volgende zes onderdelen van een ondernemingsplan uit:
Beschrijf de onderneming in één zin
Omschrijf uzelf in de rol van ondernemer: wat zijn uw sterke punten? Verdeel deze in taakcompetenties (wat je doet) en gedragscompetenties (wie je bent).
Beschrijf waarom uw product onderscheidend is ten opzichte van de concurrentie
Geef van elk van de 4 P's Product, Prijs, Plaats en Promotie een korte beschrijving in relatie tot uw product
Meld in uw rapport welke investeringen moeten worden gedaan en geef aan hoe u deze wilt financieren
Leg in de uitwerking van uw rapport een duidelijk verband tussen de theorie uit de module en de praktijk en zorg voor een goede onderbouwing van door u gemaakte keuzes. Houd het rapport zakelijk en vermijd zoveel mogelijk de ik-vorm.
U behandelt al deze stappen/deelopdrachten in uw moduleopdracht.
Stap 3: Wat is de opbouw en structuur van de opdracht?
De moduleopdracht bevat minimaal de volgende onderdelen:
Voorblad met de volgende informatie:
Voorletters en naam
Studentnummer
Datum
NCOI
Naam van de opleiding die u volgt
Naam van de module
Voorwoord
U stelt zich voor, geeft aan voor wie u de moduleopdracht schrijft en geeft de aanleiding weer voor het schrijven van de moduleopdracht.
Samenvatting
U maakt een samenvatting van maximaal 1 pagina van de inhoud van uw moduleopdracht. Deze samenvatting moet compleet en begrijpelijk zijn voor iemand die de moduleopdracht niet heeft gelezen.
Inhoudsopgave
Inleiding
U beschrijft de organisatie waarvoor u uw moduleopdracht heeft gemaakt evenals het belang en de opzet van uw moduleopdracht.
Inhoud: per stap (zie stap 2) maakt u een hoofdstuk aan. Het gaat hier dus om 7 hoofdstukken. Maak paragrafen aan voor onderdelen binnen een stap. Bijvoorbeeld: Hoofdstuk 7 Onderrnemingsplan, paragraaf 7.1 Beschrijving van de onderneming, etcetera
Literatuurlijst
Bijlagen: Persona (zie stap 2, deelopdracht 2) en eventueel schetsen die u niet in de tekst wilt opnemen, zoals bijvoorbeeld een mindmap
De moduleopdracht bestaat uit minimaal 5 en maximaal 7 pagina’s opgemaakte hoofdtekst (inclusief inleiding) en maximaal 7 pagina’s (A4-formaat) bijlagen, bij regelafstand 1 en lettertype en -grootte Arial 10/11. Het voorblad, het voorwoord, de samenvatting, de inhoudsopgave en de literatuurlijst tellen niet mee in het maximumaantal pagina’s.