Use the 22 quiz questions to prepare yourself and test whether you know the subject matter.
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartStel dat beleggers een daling van de aandelenkoers verwachten. Welke invloed heeft dit op de vraag naar geld op grond van het speculatiemotief?
Als beleggers speculeren op een koersdaling van aandelen zullen ze kiezen voor zekerheid en een groter deel van hun vermogen liquide aanhouden.
input text value
Op 1 februari van een bepaald jaar geeft de Nederlandse Staat een obligatie uit met een rente van 5%. Een jaar later is de rente gedaald en kan de minister van Financiën een nieuwe staatslening met een rente van 4% plaatsen. Wat gebeurt er op dat moment met de koersen van bestaande obligaties?
Beleggers zullen een voorkeur hebben voor de obligaties met de hogere rente. De koersen van de bestaande obligaties zullen dus stijgen.
input text value
Welke invloed hebben betalingen via internet op de omloopsnelheid van geld en de benodigde geldhoeveelheid?
Door het gebruik van elektronische betaalmiddelen kan het geld sneller circuleren. Hierdoor kan het vaker gebruikt worden voor de aanschaf van goederen en diensten: de omloopsnelheid van het geld stijgt. Bij een hogere omloopsnelheid van het gels is (bij gelijkblijvende overige omstandigheden) een minder grote geldhoeveelheid nodig.
input text value
Waarom versterkt deflatie zichzelf?
Als de prijzen in een economie dalen, zullen consumenten en bedrijven bestedingen uitstellen. Hierdoor dalen de productie en de werkgelegenheid. Ondernemers zullen vervolgens hun prijzen nog verder verlagen om de afzet op peil te houden. Zo komt de economie in een negatieve spiraal terecht van dalende prijzen, productie en werkgelegenheid.
input text value
Stel dat de productiviteitsgroei in het eurogebied structureel toeneemt. Welke gevolgen heeft dit voor de referentiewaarde van M3?
Als de productiviteitsgroei in het EMU-gebied structureel toeneemt, dan zal de potentiële productiegroei (Q) in de EMU ook toenemen. Hierdoor zal de ECB de referentiewaarde van M3 moeten verhogen. (Het is overigens mogelijk dat de productiviteitsverhoging ook leidt tot minder inflatie, maar dit hangt af van de loonontwikkeling.)
input text value
Beleggers vinden het belangrijk dat de centrale bank onafhankelijk van de politiek het monetair beleid kan vaststellen. Welke reden zouden zij hiervoor hebben?
Inflatie is de grootste vijand voor beleggers. Door een stijging van de inflatie daalt de koopkracht van hun beleggingen. Als een centrale bank onafhankelijk van de politiek het monetair beleid vaststelt, is de kans groter dat de inflatie in een land effectief wordt bestreden.
input text value
Stel dat de ECB bekendmaakt dat de werkgelegenheid in het eurogebied zodanig toeneemt dat schaarste op de arbeidsmarkt dreigt te ontstaan. Welke invloed heeft dit nieuws op de renteverwachting?
Marktpartijen zullen verwachten dat de centrale bank haar officiële tarieven zal verhogen. Schaarste op de arbeidsmarkt brengt namelijk het gevaar met zich mee dat de lonen sterker gaan stijgen. Dit leidt na enige tijd tot een hogere inflatie. Om de inflatie in een vroeg stadium te bestrijden is het waarschijnlijk dat de ECB haar tarieven verhoogt.
input text value
In 2016 en 2017 gaf de Nederlandse Staat leningen uit met een positieve couponrente. Toch was het effectief rendement van deze leningen bij uitgifte al negatief. Hoe kan dit?
Dit kan alleen als de staatsleningen boven de nominale waarde zijn uitgegeven. Het aflossingsrendement is dan bij uitgifte van de staatsleningen al negatief.
input text value
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartDo you prefer to learn the quiz questions from paper? Then download the 22 questions as PDF.
Add to cartEarn money by making quiz questions and learn directly for your upcoming test.
Create quizOefenvragen hoofdstuk 18, 19, 20, 21 en 22 van het boek Algemene economie en bedrijfsomgeving
22 questions
Nederlands
01-08-2024
HBO / Windesheim / Bedrijfseconomie
Samenvatting Algemene economie en bedrijfsomgeving hele boek (H1-27) druk 6